Archief

Weer was er een weekendje weg en het plan was wederom snel geboren; drie dagen van camping naar camping wandelen door het Friese land. We hebben namelijk een romantisch beeld van ons twee, bergen, wandelschoenen, backpacks, tentje en een paar dagen geen beschaving om ons heen. Maar we hadden ook het besef dat we misschien even moesten proberen of we dat in de praktijk ook nog leuk vinden en onze relatie het overleeft.

Ik begon aan de wandeltocht met een lichte blessure aan mijn achillespees, Jan-Erik met kilo's extra op zijn rug om zijn fotografie hobby te faciliteren. Ondanks dat ging de eerste dag ons makkelijk af. We liepen door een mooi afwisselende omgeving van weilanden, bos en heide. De fikse regenbui trok vlak langs ons heen en de kilometers extra om naar een camping, avondeten en de verdiende biertjes te komen konden de pret niet drukken. 

Het opstarten op dag twee ging iets minder makkelijk. Dat had niets te maken met de genoemde biertjes, maar des te meer met beurse heupen en stijve spieren. Gelukkig loop je dat er in een dikke 15 kilometer er zo weer uit. Dus liepen we met gemak een kilometer extra omdat we de wijn vergeten waren bij de supermarkt. De priorieiten waren duidelijk. Hoewel de omgeving ook op dag twee mooi was, was de nachtelijke sterrenhemel met afstand het hoogtepunt. Naast mijn lief op mijn rug in het gras liggend oneindigheid in staren is een geluksmoment wat moeilijk overtroffen wordt.

De laatste dag hadden we een korte etappe en dus konden we, na opgewarmd te zijn, de pijntjes redelijk makkelijk verbijten. Wel kreeg ik iets minder mee van de omgeving en lag mijn focus iets meer op het aftellen van de kilometers. De aanblik van de auto was dan ook welkom. Al met al was het leuk en  uitdagend  en kennen  we elkaar weer een stukje beter.

Al jaren zie ik regelmatig een trein naar Duitsland klaar staan aan de overkant van het perron. Meerdere keren heb ik gedacht ‘wat nou als ik eens in die zou stappen?’ Natuurlijk deed ik dat nooit, want ja, er moet ook gewerkt worden en bovenal: je hebt een reservering nodig. Het vereiste dus iets meer planning, maar woensdagavond stapte ik toch eindelijk in de trein naar München.

Toen Christina me uitgenodigde voor een weekendje hiken in de buurt van Innsbruck, hoefde ik daar niet lang over na te denken. En toen er gezegd werd dat het makkelijkst was om de nachttrein naar München te pakken en daar over te stappen, werd het weekendje al snel vijf dagen. Op een of andere manier stond München namelijk al een tijdje op mijn lijstje steden waar ik nog eens wil kijken. Geen idee waarom eigenlijk, maar ik besloot dat dit hét moment was.

Zo liep ik twee dagen mijn voeten moe in een stad die ik niet zo zeer heel erg mooi, maar wel erg prettig vind. Niet mijn ideale vakantiebestemming, maar wel mogelijke woonplaats zeg maar. Ik dwaalde door het centrum en de wijken er omheen, liep hard in de Englisher Garten, bekeek waar wij níet en zij wél wereldkampioen werden* en zag Schloss Nymphenburg. Ik weerstond de verleiding om een dagtripje buiten de stad te maken (en te moeten haasten), dus ik heb een excuus om nog eens terug te gaan.

Maar eerst was het tijd voor een compleet andere omgeving; Innsbruck is klein, pittoresk en vooral omgeven door prachtige bergen. Ik kwam vooral voor het laatste en dus gingen op een tweedaagse hike. Zaterdag was het weer prachtig en genoten we van de uitzichten. In de avond sloeg het weer om, maar het trok ’s nachts nog wel even open zodat ik vanuit mijn bed de eindeloze hoeveelheid sterren kon zien. De volgende dag begonnen we nog aan een tochtje verder de berg op, maar gedwongen door de beginnende regen, draaiden we al snel om. Gelukkig zette het niet echt door en was het alsnog prettig lopen. Maandag besloten we, ondanks mijn spierpijn, nog een korte hike te doen. Gewoon omdat het zo makkelijk kan. Hoe heerlijk is het dat je na minder dan een half uurtje met de bus (of een paar minuten met een duurdere kabelbaan) direct de bergen in kunt lopen?

Na vijf dagen heb ik het gevoel dat ik twee weken weg ben geweest. Het beviel wel om zo even een korte break te hebben. Dat ik mensen op kan zoeken is natuurlijk een perfect excuus. En laat Christina nou toevallig binnenkort alweer verhuizen naar Zürich. Ook nog nooit geweest. Schijnt mooi te zijn..

*Ondertussen leerde ik dat wij er Europees kampioen werden, maar dat is daar toch echt ondergeschikte informatie.


Donderdag hoorde ik een collega en vriendin aan. Het was even een beetje veel allemaal. De oorzaak was simpel: te veel dingen willen, het allemaal beter dan goed willen doen en er nog leuk bij blijven ook. Helemaal van deze tijd. Ze worstelt daar vaker mee en ik hoorde mezelf dan ook niet voor de eerste keer vragen van wie dat dan moest en waarom perse vandaag. Beste goede vragen, al zeg ik het zelf.

Maar ja, dat is dus vrij makkelijk; goed advies geven. Maar vrijdag zat ik zelf even met mijn handen voor mijn gezicht. Oorzaak: zie boven. Luisteren naar je eigen advies is lastig. Laat staan het ook opvolgen.

Ik haalde mijn eigen woorden van de dag ervoor even terug. Haalde even diep adem. Schreef een planning en concludeerde dat het echt niet sneller kon. En luchtte mijn hart even bij dezelfde collega. Samen stressen is tenslotte leuker dan alleen.


Er schijnen veel relaties te ontstaan in het voorjaar. Iets met de zon die gaat schijnen en algehele vrolijkheid. En kledingstukken van minder stof, dat zou er ook wel eens aan bij kunnen dragen. Nieuwe liefde is natuurlijk altijd leuk en dus ook in het voorjaar, maar dan kan het zomaar zijn dat je allebei al een vakantie gepland hebt. Gevolg: elkaar een tijd moeten missen, maar ook een goede reden hebben voor een weekendje weg.

De keuze voor de bestemming viel op de Biesbosch, want: we wilden de natuur in, we waren er allebei nog nooit geweest en kanoën is leuk. De uren peddelen naar een camping waar je alleen over het water kan komen, zorgde direct voor een vakantiegevoel dat ook de rest van het weekend bleef hangen. We peddelden flink wat kilometers weg, picknickten, barbecueden en luierden in het gras. Bovendien werd er hard bijgebruind (of verbrand), want het weer was perfect. Dat vonden meer mensen, dus op de bredere stukken werd de rust zo af en toe verstoord, maar op de smallere watertjes was het heerlijk stil en kwam er alleen af en toe een klontje kano’s of bootjes voorbij.

Moe maar voldaan kwamen we thuis. Het tentje stond vlot en we peddelden redelijk rechtdoor in onze Canadese kano. Met vlag en wimpel geslaagd dus. En aangezien wij bedachten geen reden nodig te hebben voor een weekendje weg, staat de volgende al in de agenda. Waar zullen we eens heen?

Typisch. Terug van vakantie en dus niet meer dagelijks nieuwe plekjes, ontdekkingen en onuitwisbare indrukken en het is hier ineens weer stil. En dat terwijl ik me toch echt voorgenomen had om regelmatig te bloggen. Niet omdat het hoort of meer lezers zou moeten opleveren, maar omdat ik het leuk vind om te schrijven. Waarom schiet het er dan toch bij in?

Voor mijn vakantie was het ook even stil. Simpelweg doordat ik mezelf voorbij moest lopen om een deadline te halen (en geen leuke dingen wilde overslaan). Maar nu is de druk van de ketel en kan ik mijn eigen tijd indelen. Daarmee ben ik de stress kwijt, maar ditmaal ook mijn ritme. Je weet wel, dat ritme wat ik zo leuk opgebouwd had, me goed bij voelde en stiekem ook wel trots op was.

Sinds ik terug was van vakantie voelde ik me moe. Hoe lang ik ook sliep, het werd er niet beter op. Ik kon mezelf even niet motiveren om te sporten en at minder gezond. Verliefdheid kan niet alles compenseren en dus zat ik wat minder lekker in mijn vel. Gevolg: minder de tijd nemen voor mezelf en dus minder lezen en schrijven. De verleden tijd die ik hier gebruik is een vorm van wishful thinking, want helemaal terug in mijn ritme ben ik nog niet. Maar het gaat wel de goede kant op. Na mezelf een paar keer op hardloopschoenen de deur uit te hebben gesleept, voel ik de energie weer terug komen. Het gezonder eten volgt vanzelf. Het ritme en de tijd voor mezelf hopelijk  ook, want tot nu toe is de verleiding nog groot om te laat naar bed te gaan en dus heb ik moeite om me te concentreren.

Mocht je nu net als vele collega’s mij het advies willen geven om een kop koffie te drinken; ik snap het idee, maar nee, dank je. Aangezien ik het niet echt lekker vind, drink ik vrijwel nooit koffie en dus doet de cafeïne op zich prima zijn werk bij mij. Ik dronk dan ook nog nooit zoveel koffie als de week voor mijn vakantie. Toen voelde ik me flink beroerd, maar waren er meerdere redenen (flink slaaptekort en veel stress). Nu, na een normaal formaat cappuccino, voel ik me best wakkerder dan ervoor, maar ook niet al te lekker. Ik kies dus voor de andere weg; acht uur slaap per nacht. Zo moeilijk is dat tenslotte niet. Het lukte de afgelopen tijd alleen even niet zo.


Het plan ging door en dus zag ik wat meer van het binnenland van Portugal. Google leidde ons via een onverhard weggetje waarop op 4WD niet had misstaan naar het begin van de uitgezochte wandelroute in Serra da Estrela. Terwijl Bruna druk bezig was om haar auto veel te houden, genoot ik stiekem vast van het mooie uitzicht. Onze wandelroute bleek, tegenstrijdig genoeg, grotendeels over een asfaltweg te lopen. Jammer natuurlijk, maar aangezien er zo goed als geen verkeer was en het uitzicht prachtig bleef, was het best prima. Vijftien kilometer langs groene heuvels met gele bloemetjes en her en der een boerderij. Met vermoeide voeten en uitgeputte honden besloten we de terugweg via asfaltwegen te doen, wat ons door wat piepkleine, ouderwetse dorpjes leidde en ons een stuk sneller thuis bracht. 

Wat ik vandaag zou gaan doen was lang een dilemma. Het werd uiteindelijk een dagje Coimbra. Ik wandelde door het centrum, bezocht de 726 jaar oude universiteit met indrukwekkende bibliotheek en had zo een prima laatste dag.

Morgen is het tijd om naar huis te gaan. Het was uitdagend, ontspannend, geestig, mooi en leuk. Vakanties zijn altijd te kort en ik zou me hier nog zeker langer kunnen vermaken, maar ik heb ook genoeg reden om uit te kijken naar de thuiskomst. Met een glimlach op naar huis dus, wetende dat ik altijd terug kan om het land verder te ontdekken. 


Met pijn in mijn hart verliet ik Sagres en ging ik terug naar Lissabon. Aangezien ik nog maar een klein stukje (alleen Belém) daarvan bij daglicht had gezien was er nog genoeg te ontdekken. Dat deed ik door een middag te dwalen in Alfalma. Met vermoeide voeten schoof ik lui aan bij het diner va n het hostel om vervolgens heerlijk in te storten.

Vandaag ging ik terug naar Sintra. Tijdens de road trip had ik een leuke dag daar en zag ik terwijl we wegreden dat ik nog niet uitgekeken was. Vorige keer bezochten we Palacio da Pena en het Castelo dos Mouros, nu bekeek ik Quinta da Regaleira en slenterde door de bijbehorende tuin. Voordat ik de trein terug pakte belandde ik op een rommelmarktje ver verwijderd van het enorm toeristische deel van het dorp, waar ik mijn hart ophaalde aan allerlei vintage spullen die ik niet nodig heb en niet mee naar huis zou kunnen nemen en dus braaf liet liggen. Met een klein cadeautje voor mezelf en een grote glimlach pakte ik de trein terug.

Vanuit Lissabon ging ik vrijwel direct door naar Aveiro. Het plan was om samen met Bruna vanaf hier een dag te gaan hiken in Serra da Estrela, maar of dat doorgaat is nog even onzeker..


Na een dagje in Lagos, ging ik door naar Portimão om Francesca op te zoeken. Na een dag vol gezelligheid, ging ik maandag in mijn eentje nogmaals lans de kust hiken. Meer kliffen en stranden die recht van de ansichtkaarten lijken te komen en de eerste duik in de zee.

Aangezien het strandleven me wel beviel, ging ik dinsdag wel weer op pad, maar bleef ik dichtbij. De afgelopen drie dagen was ik in Sagres om te duiken, het puntje van Europa te zien (Cabo de São Vicente) en twee dagen te surfen. Dat laatste was een ware test voor mijn schouder, aangezien het peddelen in het grensgebied van mijn bereik ligt en het wel heel veel push ups zijn, maar het ging, was leuk en ik leerde veel.

Hoewel het surfen nu toch wel echt klaar is wat betreft mijn schouder en er verder niet veel te beleven is, vind ik het jammer om weg te gaan. De sfeer hier is heerlijk relaxt en dat ga ik inwisselen voor het meer hectische Lissabon. Ik ga langzaam aan richting de volgende afspraak met Bruna.


ZZZ

Alle Portugezen vertelden mij dat de kust van de Alentejo (provincie ten noorden van) mooier is dan die van de Algarve. Zelf niet zo dol op massatoerisme geloofde ik ze maar al te graag. Naar de Algarve zou ik sowieso om Francesca op te zoeken, maar verder stond het niet echt op het programma. Door de gelimiteerde busverbindingen belandde ik vandaag in Lagos. En ja, het is toeristisch. En ja, ik ergerde me binnen een paar uur aan toeterende feestboten en dronken Britten, maar al die mensen hebben dus wel een punt: het is hier prachtig! De kust van de beide provincies is anders, maar de een niet minder mooi dan de ander. Verder merk ik dat ik wel even toe ben aan zon, zee, zand. Dus het kan zo maar zijn dat ik even blijf hangen in het zuiden..


Na Aveiro en omgeving in twee dagen verkend te hebben, bracht de road trip me in een dag via het strand van São Martinho do Porto, het middeleeuwse stadje Óbidos en het fort van Peniche naar Lissabon. De dag erna brachten we door in het prachtige Sintra, waar absurde palácios en oude kasteelruïnes boven prachtige bossen uittorenen. We sloten de dag af bij Cabo da Roca: het meest westelijke puntje van het Europese vaste land. De dag erna was het voor Bruna weer tijd om aan het werk te gaan en namen we afscheid. Ik bezocht Belém, wat tevens het enige deel van Lissabon is dat ik in daglicht heb gezien, om vervolgens een bus te pakken naar Porto Côvo..


Ik hoor het mezelf nog zo zeggen: 'ik ga niet hiken met mijn backpack op ofzo' (op de vraag of ik wel kon backpacken met mijn schouderblessure).

Toch haalde ik het in mijn hoofd. Ik liep vandaag een stukje van de Trilho dos Pescadores (Fishermen's trai, deel van de Rota Vicentina) van Porto Côvo naar Vila Nova de Milfontes: 20 kilometer langs stranden, kliffen en duinen. Ik ging op pad met het idee dat ik gewoon zou beginnen en wel zou kijken hoeveel etappes ik af ging leggen (en of er niet twee op een dag passen). Ik zag ruige kliffen en lieftallige velden met wilde bloemen. Na zes uur stappen met ruim 20 kilo op mij rug door mul zand en stevige wind had ik de eerste etappe achter de rug en besloot ik het daarbij te laten. Niet alleen omdat het zwaar was, maar ook omdat ik nog zo veel andere dingen wil zien, de busverbindingen hier erg schaars zijn (één bus per dag) en ik zondag in Portimão heb afgesproken met geïmporteerde local Francesca. Eenmaal aangekomen hoorde ik had ik het zwaarste deel van de trail heb gelopen en het toch wel afgeraden wordt om dat met zware bepakking te doen. Waarop ik besloot dat ik heus wel een tweede ijsje verdiend had.


Share by: